Je hebt een drukke dag gehad. Met gepaste trots (‘het is mij toch maar mooi gelukt om de deur achter mij dicht te trekken’) stap je in de auto. Maar dan…
…. kruipt Japie Krekel in je hoofd. Hij begint te knabbelen en te knagen aan je geweten. Hij fluistert nare dingen in je oor als ‘Eigenlijk moet je vanavond nog aan project X werken hè?’, of: ‘Je kan toch niet zomaar stoppen met taak Y, die is nog lang niet af hoor!’